Donderdag 1 juni houdt de Rechtbank Den Haag een zitting in een zaak waarin de artsenorganisaties NAAV en AVIG de Staat der Nederlanden (VWS) hebben gedaagd.
Eind 2017 moeten in Nederland werkzame artsen zich opnieuw als arts hebben laten registreren in het BIG-register. Om opnieuw voor vijf jaren te kunnen worden geregistreerd, moet een arts aantonen in de afgelopen periode van vijf jaren voldoende werkervaring te hebben opgedaan. Voor verpleegkundigen en gezondheidszorgpsychologen is er eerder al zo’n herregistratieperiode afgerond.
De Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging (NAAV) en Artsenvereniging voor Integrale Geneeskunde (AVIG) vertegenwoordigen artsen die bij behandeling van hun patiënten onder meer acupunctuur, homeopathie, neuraaltherapie enz. kunnen toepassen. Aanvankelijk kon al hun werk – als het aan het CIBG (onderdeel van het Ministerie van Volksgezondheid dat de herregistratieprocedure voort) lag – niet meetellen bij de uren die nodig zijn voor herregistratie. Vooral nadat de rechtbank Zeeland-West-Brabent en in hoger beroep ook het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch de acupunctuurarts (Korthout) in het gelijk gesteld heeft in zijn bezwaar tegen het vervallen van de btw-vrijstelling over zijn consulten met acupunctuur hebben VWS en CIBG moeten erkennen dat grote delen van het werk van NAAV- en AVIG-artsen wel degelijk artsenwerk is. Toch menen zij in de procedure van herregistratie nog steeds een onderscheid te mogen maken tussen zogenoemd ‘reguliere’ en zogenoemd ‘niet-reguliere’ werkzaamheden van artsen.
Regelgeving die dat onderscheid mogelijk zou moeten kunnen maken is door de jaren heen fragmentarisch opgebouwd en gaandeweg de al lopende herregistratieperiode nog herhaaldelijk gewijzigd en nader aangepast. Zelfs is – mede vanwege bezwaren van NAAV en AVIG – de herregistratieperiode zelf al een jaar verschoven. Om het met een metafoor te zeggen: de voetbalwedstrijd is al aangeland in blessuretijd, maar de scheidsrechters zijn nog steeds de spelregels aan het vaststellen, veranderen en aanpassen. Dit is bestuurlijk, op zijn zachtst gezegd, “niet netjes”.
VWS en CIBG gaan tot nog toe volkomen voorbij aan het oordeel van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, dat ook de acupunctuurbehandeling die door de acupunctuurarts wordt toegepast moet worden gezien als het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst in de zin van de Wet BIG. De herregistratie van artsen en andere BIG-beroepsbeoefenaren vindt nu juist plaats als uitvloeisel en op grond van diezelfde Wet BIG. Het Gerechtshof heeft vastgesteld dat acupunctuurbehandeling door een arts behoort tot het artsenberoep, maar het CIBG weigert desondanks die behandelingen te zien als artsenwerk.
Over deze stellingname van de Staat en over diverse procedurele fouten bij het vaststellen van beoordelingscriteria voor herregistratie gaat de zitting van 1 juni.
Namens de NAAV zal ikzelf ter zitting aanwezig zijn.
Wordt vervolgd …